Gister was de belangrijkste raadsvergadering van het jaar. De kadernota stond op het programma. Hierin worden de plannen voor het komende jaar uiteengezet door het college. Tijdens de algemene beschouwingen gaf onze fractievoorzitter Toos onze visie;
Gemiddeld eenmaal per twee jaar bezoeken wij (mijn vrouw, zoon en ik) vrienden van ons in
Schotland; een paar dagen logeren we bij onze vrienden en de rest van de tijd huren we iets.
Als we bij elkaar zitten is het net of de tijd heeft stilgestaan, de contacten zijn als vanouds en
we hebben veel te bespreken. Zo ook dit jaar; hierdoor miste ik de raadsvergadering van 25
april; maar online kon ik een gedeelte van de vergadering bijwonen.
Achtkarspelen is oars as oars, heb ik de laatste tijd vaak gehoord in de raadszaal.
Het is waar, ook ik ben een trotse Wâldpyk in hart en nieren en draag met regelmaat uit aan iedereen die het maar wil horen wat dat nou eigenlijk precies is. Het is moeilijk te vatten in woorden want er komt vooral ook gevoel bij kijken. Dat gevoel verbonden te zijn met de streek, met de grond en de mensen die er wonen.
Hier doen we de dingen oars as oars, op onze eigen manier. We zijn verbonden met elkaar en kijken vooral naar binnen, alles wat van buiten komt wordt met een gezonde dosis voorbehoud, ja soms zelfs met argwaan bekeken. We zijn recht door zee en houden er van dat dingen duidelijk zijn.
De Provinciale Statenverkiezingen staan vandaag op de agenda. Gaat u, ga jij ook stemmen? Regelmatig hoor ik mensen zeggen dat de provinciale staten te ver van hun bed staan? Maar klopt dat beeld eigenlijk wel?
De veertigdagentijd is afgelopen woensdag begonnen. Er zijn steeds meer Christenen die zich in deze tijd onthouden van iets wat (bijna) een verslaving is. Ook niet-christenen doen hier wel aan mee.
Februari: maand van de barmhartigheid. Dit is misschien voor sommigen een ouderwets woord, maar het is nog springlevend.
Het nieuwe jaar is alweer een paar weken oud, de dagen gaan weer langzaamaan wat lengen.
Persoonlijk vind ik dit altijd een mooie tijd, omdat ik daarvan kan genieten
Vorige week werd het initiatiefvoorstel ingediend om het ambtsgebed af te schaffen. Als ChristenUnie hebben wij hier tegen gestemd. De reden voor de vraag om afschaffing vinden wij bedenkelijk en dat zal ik proberen uit te leggen.
Door een nipte meerderheid in de raad voor het initiatiefvoorstel van de FNP en de VVD is gister het ambtsgebed voorafgaand aan de raadsvergadering geschrapt.
Als ChristenUnie hadden we de gang van zaken en de uitkomst van de stemming graag anders gezien. Jarenlange traditie en de ruimte om in het openbaar te bidden voor en na de vergadering is volgens de indieners niet meer van deze tijd.
Dat het ambtsgebed in een tijd van secularisatie, overigens ook een vorm van overtuiging niet meer passend zou zijn was één van de toch al magere en rammelende argumentatie van de indieners.
In een democratie moeten juist ook de belangen van de minderheid beschermd worden. De christelijke minderheid wordt hiermee beperkt om in alle openbaarheid de voor haar zo belangrijke zegen te vragen over het werk als raadslid. Juist de mogelijkheid om het ambtsgebed in de openbare ruimte uit te voeren is voor ons van waarde als uiting van respect en tolerantie naar elkaar. De keuze om hier wel of niet aan mee te doen als raadslid is immers ook vrij. Daarmee is er bij een neutrale overheid ruimte voor iedereen.