Bijdrage begroting 2024
Toen ik in 2018 mijn eerste voorzichtige stapjes in de politiek zette mocht ik als steunfractielid een stukje voor de spreekbuis schrijven. Dat ging toen al over vertrouwen in de politiek en hoe deze mij vormde in mijn motivatie om de politiek in te gaan. Daar wil ik graag een klein stukje uit citeren:
Met `ik had geen gelijk` verdien je meer respect dan met ` ik zei het toch?` Een wijze les voor mij als nieuwkomer in de politiek. De praktijkvoorbeelden werden mij op een presenteerblaadje aangeboden door de gemeenteraad tijdens de ophef over precariobelasting.Als gemeenteraadslid vertegenwoordig je de inwoners van Achtkarspelen. Je zit er dus niet voor jezelf. Fracties maken keuzes met de beste bedoelingen voor de burger. Zoals de precariobelasting. Achteraf blijkt dat deze keus dusdanig financiële gevolgen heeft voor de burger dat je daar niet meer achter kan staan. Dat was en is niet de intentie van de heffing. Een meerderheid die voor stemde in 2014 wil daarom nu de belasting terug draaien en zeggen daarmee “ ik had geen gelijk “
Dat brengt me bij deze begroting. In het persbericht over deze begroting schrijft de gemeente dat ze voorzichtig positief is en de lastenverhoging voor inwoners wil beperken. Dat bericht heb ik meerdere malen moeten lezen om mezelf ervan te overtuigen of dit echt de mooi verpakte boodschap is die de gemeente naar buiten wil brengen over deze begroting. Het voelt voor mij als mooi weer spelen met een positieve begroting terwijl het buiten stormt. Want als de werkelijke stand van zaken worden meegerekend duiken we in 2024 diep in het rood. Er wordt nog wel enigszins een winstwaarschuwing afgegeven over de herverdeling van het gemeentefonds in 2026, maar geen woord over de hoge kosten van de ontvlechting waar we voor staan. Als raadslid probeer ik altijd positief kritisch mijn controlerende taak uit te voeren en daarbij het beste voor het algemeen belang van onze inwoners te kiezen. We zien ook wel een paar positieve beleidsontwikkelingen die met name incidenteel in de begroting worden doorgezet zoals bijvoorbeeld de GIS (gebiedsteam in de school), we kijken dan ook uit naar de evaluatie van de GIS en zullen dan bij een positieve evaluatie met een voorstel komen voor structurele financiering. Want als blijkt dat investeren in deze vorm van preventief beleid, leidt tot minder jeugdzorgbehandelingen, bespaart dat naast geld ook veel leed in gezinnen.
Maar positief blijven over de financiële positie van de gemeente dát wordt ons nu met het toekomstperspectief wat voor ons ligt wel ontzettend moeilijk gemaakt. Als we daar verstandig naar kijken is het een onverantwoorde keuze geweest om voor een zelfstandige gemeente te kiezen in deze huidige financieel onzekere tijd voor onze gemeente. Het is niet zo dat we daar als raad niet voor gewaarschuwd zijn. Zowel de rapporten die erover zijn geschreven als de mensen die werken voor de werkmaatschappij hebben duidelijk aangegeven dat het financieel een onverstandige keuze is. Dat wordt nu ook waarheid in de begroting die voor ons ligt.
De incidentele lasten van de ontvlechting worden dan wel uit de algemene reserve betaald, wat de rode cijfers mooi verbloemd, maar we geven in de toekomst structureel meer uit dan er hoogstwaarschijnlijk binnen komt met de herverdeling die voor Achtkarspelen negatief uitpakt. Uit de kadernota blijkt bijvoorbeeld dat er meer dan 10Fte voor 2024 en 2025 als incidenteel worden aangemerkt in deze begroting. Terwijl deze mensen structureel werk gaan doen. Als je dit structureel zou begroten duiken we per direct voor alle jaren de rode cijfers in. Verder worden de structurele kosten van de ontvlechting geschat tussen de 1,5 en 1,8 miljoen. De ervaring leert dat die kosten over het algemeen te rooskleurig worden ingeschat. Het college geeft dit zelf ook aan in de beantwoording van de technische vragen. Dat maakt de vraag wat voor gemeente willen we zijn is wat mij betreft onrealistisch wensdenken. We kunnen wel heel wat willen, oprecht het beste zoeken voor onze inwoners, maar met een technisch failliete gemeente is het eerder de vraag wat voor gemeente kúnnen we zijn? Hoeveel gaat het onze inwoners meer kosten om de boel hier draaiende te houden? Uit de beantwoording van de technische vragen blijkt dan ook dat in de toekomst nieuwe extra ombuigingen onontkoombaar zijn. Minder voor meer, het kan in Achtkarspelen.
Hoewel het niet bij mij en de ChristenUnie past niet om een zwartgallig verhaal te houden, we zijn immers een beweging van hoop, maak ik me ernstige zorgen over de financiële positie van de gemeente. Als we bijvoorbeeld kijken naar de solvabiliteit dan slaat de schrik me om het hart. Deze daalt van 35 naar 13. De netto schuldquote wordt meer dan verdubbeld en de algemene reserve daalt van bijna 32 miljoen naar 6 miljoen in 2028. Als we de trend van onttrekkingen uit de reserves uit deze begroting doortrekken dan is de pot halverwege 2029 leeg, misschien wel eerder.
Daarom sluit ik af met waarmee ik begon. Durven we als raad in de spiegel te kijken en toe te geven dat we met wensdenken wellicht onverstandige keuzes hebben gemaakt? Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald is een wijze spreuk. We doen dan ook een beroep op het gezonde verstand van deze raad en dit college met de lange termijn van deze meerjarenbegroting in het achterhoofd. Want wat voor gemeente we willen zijn is voor een groot deel ook afhankelijk van wat voor gemeente we kunnen zijn als gevolg van onze eigen keuzes. Durft deze raad net als de raad in 2018 terug te komen op de gemaakte keuzes als uit voortschrijdend blijkt dat die keuze met de kennis van nu niet de juiste bleek? Ik hoop van harte dat we met zn allen durven zeggen “ik had geen gelijk” zodat niemand straks kan zeggen, ik zei het toch?
Als ChristenUnie kunnen we niet voor deze begroting stemmen. Volgens de technische regeltjes is de begroting positief, maar alleen maar omdat we volgens die regeltjes volgende maand een begrotingswijziging mogen vaststellen met daarin de incidentele kosten voor de ontvlechting die deze positieve begroting dan waarschijnlijk al negatief maakt. Dat maakt deze stemming wat ons betreft voor de bühne en deze begroting onrealistisch.