Bid en Werk
Vorige week werd het initiatiefvoorstel ingediend om het ambtsgebed af te schaffen. Als ChristenUnie hebben wij hier tegen gestemd. De reden voor de vraag om afschaffing vinden wij bedenkelijk en dat zal ik proberen uit te leggen.
Het argument ‘scheiding van kerk en staat’ is niet van toepassing. Scheiding van kerk en staat betekent dat de staat de kerk geen wetten oplegt en andersom. Een staat heeft geen geloof. Als Christenen willen we dat God geëerd wordt in de samenleving. Het gebed is een heilige zaak. Ook is het een intiem gebeuren, wat in een ambtsgebed niet altijd goed tot zijn recht komt. Toch vonden wij het mooi dat het gebeurde. In een gemeente waar de Christelijke partijen geen meerderheid hebben, maar het aantal Christelijke raadsleden wel. Het mooiste aan de tekst van het ambtsgebed is het uitspreken dat wij ons afhankelijk weten in al onze beslissingen van Onze Heer en dat de besluiten tot zegen van onze inwoners mogen zijn. We spreken niet uit dat al ons handelen en spreken onfeilbaar is. Nee, ook gelovigen maken fouten, niet minder dan een ander, ook al zouden we beter moeten weten. Dit initiatiefvoorstel ligt er nu, maar het gebed is in onze ogen te heilig als discussiepunt. Het blijkt dat de samenleving vaak denkt dat gelovigen voorgetrokken worden. We vinden het belangrijk dat de overheid ruimte geeft aan álle levensovertuigingen. God heeft niets met (misbruik van) wereldlijke macht, maar wel met dienen uit liefde en vrije wil.
Mooi is het dat de jongerenraad advies geeft om als alternatief een moment van stilte en bezinning in te stellen.
Zelf zien we ook een andere kans en dat is om samen als Christenen in een ruimte in het gemeentehuis met elkaar te bidden, hierbij dan ook inwoners en ambtenaren uit te nodigen, waarbij we een intiemere inhoud aan het gebed kunnen geven. De zinsnede in het initiatiefvoorstel dat het gemeentehuis geen plek is voor een geloofsuiting is merkwaardig. Het geloof is voor een Christen niet iets wat je bij het binnenkomen van het gemeentehuis als een jas aan de kapstok hangt. Het Christen-zijn is wie we zijn en van waaruit we politiek willen bedrijven. Het kleurt ons wereldbeeld. Daar putten we onze idealen uit zoals het goede zoeken voor onze naaste en verstandig omgaan met de schepping. Daarnaast lijkt het of de indieners denken dat zij ‘neutraal’ de raadzaal binnengaan, alsof zij geen vaste overtuigingen hebben. We horen collega’s toch (en dat is hun goed recht) het geloof in marktwerking prediken of in nieuwe democratie en ga maar door.
Als ChristenUnie zullen we waar dan ook blijven bidden én werken.